Rechtbank eerste aanleg Oost-Vlaanderen

De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen (afdeling Oudenaarde) heeft een beklaagde veroordeeld wegens belaging en voyeurisme. Hij bracht ook een GPS-baken aan onder de auto van een ex-vriendin. De aanklachten voor verkrachting en aantasting van de seksuele integriteit konden onvoldoende bewezen worden.

Feiten
Op 16 december 2023 legde de eerste burgerlijke partij (BP1) een klacht neer tegen de beklaagde wegens belaging. Beiden waren collega’s, en hadden op een avond thuis afgesproken bij BP1. Ze hadden seks met wederzijds toestemming. De dagen nadien hadden ze meerdere seksuele contacten. Volgens BP1 wenste zij geen seks meer, maar liet ze de beklaagde uit angst betijen. Tijdens haar verhoor beschuldigde BP1 de beklaagde ook van belaging (berichten sturen, auto bekrassen, ’s nachts aanbellen aan haar woning,…).

Enkele maanden eerder had ook een andere ex-partner (BP2) klacht neergelegd tegen de beklaagde wegens belaging. Ze verklaarde dat de beklaagde haar achtervolgde, stenen naar haar woning gooide en haar wagen bekraste.

Bij onderzoek door de politie blijkt dat de beklaagde een GPS-baken onder de auto van BP1 had geplaatst. Bij een huiszoeking werden een PC, een externe harde schijf en een gsm in beslag genomen. In het gsm-toestel stonden meerdere seksueel getinte beelden en heimelijk gemaakte filmpjes van vrouwen. Zo had de beklaagde stiekem collega’s en jonge vrouwen in een fitnesszaak gefilmd. Meerdere van de seksueel getinte beelden waren afkomstig van BP2, en waren zonder haar medeweten of instemming gefilmd.

Bij zijn arrestatie geeft de beklaagde meerdere feiten toe, maar zegt hij dat de seksuele betrekkingen met BP1 nooit tegen haar zin hadden plaatsgevonden.

Beschuldigingen
Op basis van het onderzoek moest de beklaagde zich voor de rechtbank verantwoorden voor:

• verkrachting
• aantasting van de seksuele integriteit
• voyeurisme door opname
• opstellen van een toestel bestemd voor het bedrieglijk tot stand brengen van elektronische communicatie (GPS-baken)
• belaging

Strafmaat
De rechtbank heeft de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden voor de feiten van belaging, het plaatsen van het baken en voyeurisme. De periode van voorlopige hechtenis is effectief, voor het meerdere wordt uitstel verleend voor een proeftermijn van 5 jaar. Hij wordt voor 5 jaar uit zijn burgerrechten ontzet. Aan het uitstel zijn strikte voorwaarden verbonden: zo mag hij geen contact meer hebben met de burgerlijke partijen en moet hij zich laten begeleiden voor zijn psychoseksuele problematiek.

Aan de burgerlijke partijen moet de beklaagde telkens een provisionele schadevergoeding van 1 euro betalen. De verdere behandeling van de burgerlijke belangen vindt plaats op 27 september 2024.

De rechtbank hield bij de strafmaat rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijkheid van de beklaagde. Volgens de rechtbank was er sprake van een ernstig verstoord normbesef en een volledig gebrek aan respect voor de psychische en seksuele integriteit van andere mensen.

Vrijspraak voor verkrachting en aantasting seksuele integriteit
De beklaagde werd vrijgesproken voor verkrachting en aantasting van de seksuele integriteit. De rechtbank vond in het strafdossier geen elementen die de stelling van de beklaagde – namelijk dat de seksuele betrekkingen nooit tegen de zin van BP1 plaatsvonden – met redelijke zekerheid konden uitsluiten. Hoewel de verklaringen van BP1 op dit vlak aannemelijk leken, kon de schuld van de beklaagde dus niet op overtuigende wijze worden aangetoond. En wanneer er twijfel bestaat over de schuld van een beklaagde, moet dit altijd leiden tot de vrijspraak.