Gevangenisstraffen en geldboetes voor bende cannabistelers

19/07/2024

De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen - afdeling Oudenaarde heeft liefst 23 beklaagden veroordeeld wegens het opzetten en onderhouden van cannabisplantages in Zottegem, Vloesberg, Machelen, Tubeke, Grimbergen en Lommel. Naast gevangenisstraffen en geldboetes werden ook grote geldbedragen verbeurd verklaard.

Feiten

Op 27 maart 2020 verricht de politie een huiszoeking in een woning in Zottegem. Verschillende ramen van de woning waren al enige tijd aan de binnenkant afgeplakt en verduisterd. Op de eerste verdieping werd een cannabisplantage met 903 potten aangetroffen. Toen een dag later de eerste beklaagde aan de woning toekwam, werd hij gearresteerd. Hij verklaarde de teelt alleen te hebben opgezet, en dit om zijn schulden te betalen.

Het pand was aangekocht door de tweede beklaagde (tevens vriendin van de eerste beklaagde). Zij bleek ook eigenaar te zijn van een woning in Vloesberg. Bij een huiszoeking in dat pand werden 916 oogstrijpe cannabisplanten aangetroffen. De aanwezige huurder – tevens de derde beklaagde – werd gearresteerd.

Via Whatsapp-berichten kwamen de onderzoekers uit bij de vierde beklaagde. Die was werknemer van een onderaannemer van ORES, de distributienetbeheerder van elektriciteit in Wallonië. Bij zijn verhoor gaf hij toe elektriciteitswerken te hebben uitgevoerd voor de eerste beklaagde aan de plantages in Vloesberg en Zottegem. Concreet ging het om illegale aftakking en manipulatie van de elektriciteitstellers. Op aanwijzen van de vierde beklaagde troffen de speurders ook een cannabisplantage aan in een loods in Machelen (respectievelijk 962 en 1016 planten).

Op aangeven van de eerste beklaagde doen speurders op 1 september 2020 een huiszoeking in de woning van de vijfde beklaagde te Tubeke. Ook daar wordt een cannabisplantage aangetroffen, net als zakken met vermalen cannabis. Via de gsm van de vijfde beklaagde komen ook de zesde en zevende beklaagde in beeld.

Ook krijgen de speurders inzicht in enkele vennootschappen die gebruikt worden om de opbrengsten uit de cannabisverkoop wit te wassen. De bankrekeningen leiden naar nieuwe namen (achtste tem elfde beklaagde). Bij huiszoekingen wordt er cash geld, munitie, cocaïne en amfetamines aangetroffen.

Via verder gsm-onderzoek komen ook de vijftiende, zestiende en zeventiende beklaagde in beeld. Zij blijken betrokken bij de oprichting en het beheer van een cannabisplantage in Grimbergen en ook de leiding te hebben over de plantage in Machelen. Bij een huiszoeking in de plantage te Grimbergen werden de twaalfde, dertiende en veertiende beklaagde aangetroffen en gearresteerd. Het ging om twee Bulgaren en een Serviër die in erbarmelijke omstandigheden in de plantage waren tewerkgesteld. De speurders vonden er ook 2.682 cannabisplanten.

De Bulgaren bleken ook gewerkt te hebben op een plantage in Lommel. Bij een huiszoeking werden daar 2.592 cannabisplanten gevonden.

Tenlasteleggingen

Liefst 25 beklaagden (19 natuurlijke personen en 6 besloten vennootschappen) moesten zich voor de rechtbank verantwoorden voor:

  • Telen van verdovende middelen (cannabisplanten, cocaplanten en/of planten van het geslacht papaver), en dit op diverse locaties in België
  • Verkoop van cannabis
  • Leiderschap van een criminele organisatie
  • Deelname aan de besluitvorming van een criminele organisatie
  • Diefstal met verzwarende omstandigheden (elektriciteit en water)
  • Verbergen van criminele vermogensvoordelen (witwassen)
  • Lidmaatschap van een criminele organisatie

Eén beklaagde werd vervolgd voor het bezit, aankoop, vervoer, invoer, telen, aanmaken en vervaardigen van cannabis voor persoonlijk gebruik. Enkele beklaagden werden ook vervolgd voor valsheid in geschrifte het bezit van cocaïne en het onwettig bezit van munitie.

Uit de elementen in het strafdossier bleek dat er tussen de vele beklaagden een erg goed gestructureerd en georganiseerd verband bestond, met daarbij een duidelijke taakverdeling (leiders, uitvoerders, personen die hun eigendommen ter beschikking stelden,…). Er werd gebruik gemaakt van fictieve identiteiten om huurovereenkomsten aan te gaan. Om onderling te communiceren gebruikten een aantal beklaagden de geëncrypteerde berichtendienst SKY ECC, wat het professioneel karakter van de organisatie onderstreept.

Op 31 maart 2024 overleed de vierde beklaagde, waardoor zijn strafvordering kwam te vervallen. Vijf beklaagden verschenen niet op de zitting. Hun zaak werd bij verstek behandeld. 

Diverse andere beklaagden liepen in het verleden reeds meerdere correctionele veroordelingen op wegens drugsdelicten. De eerste beklaagde bevond zich overigens in staat van wettelijke en bijzondere herhaling.

Strafmaat

De rechtbank heeft volgende strafmaten uitgesproken:

Eerste beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 4 jaar, waarvan probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar (met uitzondering van de periode in voorhechtenis) en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar. Aan dit probatie-uitstel zijn wel diverse voorwaarden verbonden. Een bedrag van 140.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Tweede beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 12 maanden, volledig met uitstel voor een termijn van 3 jaar, en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar.

Derde beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 12 maanden met uitstel behoudens de periode van voorlopige hechtenis voor een termijn van 3 jaar en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar.

Vijfde beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 18 maanden en een geldboete van 8.000 euro. Een bedrag van 40.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Zesde beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 30 maanden en een geldboete van 8.000 euro. Een bedrag van 115.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Achtste beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 2 jaar met uitstel behoudens de periode van voorlopige hechtenis voor een termijn van 3 jaar en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Een bedrag van 115.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Negende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 30 maanden met uitstel behoudens de periode van voorlopige hechtenis voor een termijn van 3 jaar, en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Een bedrag van 75.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Tiende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 4 jaar en een geldboete van 8.000 euro. Een bedrag van 125.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Twaalfde en dertiende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 12 maanden en een geldboete van 8.000 euro.

Veertiende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 18 maanden met uitstel behoudens de periode van voorlopige hechtenis voor een termijn van 3 jaar en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Een bedrag van 30.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Vijftiende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 18 maanden en een geldboete van 8.000 euro. Een bedrag van 10.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Zestiende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 18 maanden volledig met uitstel voor een periode van 3 jaar en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar.

Zeventiende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 4 jaar en een geldboete van 8.000 euro. Een bedrag van 325.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Achttiende beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 42 maanden en een geldboete van 8.000 euro. Een bedrag van 125.000 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Negentiende beklaagde

Een geldboete van 32.000 euro, waarvan 8.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar. Een bedrag van 44.165 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Twintigste beklaagde

Een geldboete van 24.000 euro, waarvan de helft met uitstel voor een periode van 3 jaar.

Eenentwintigste beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van 1 jaar volledig met uitstel voor een periode van 3 jaar en een geldboete van 4.000 euro, waarvan 2.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Een bedrag van 44.165 euro aan vermogensvoordelen werd verbeurd verklaard.

Tweeëntwintigste beklaagde

Een geldboete van 12.000 euro, waarvan 6.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar.

Drieëntwintigste beklaagde

Een geldboete van 24.000 euro.

Vierentwintigste beklaagde

Een geldboete van 24.000 euro, waarvan 12.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar.

Vijfentwintigste beklaagde

Een geldboete van 48.000 euro, waarvan 24.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar.

De vierde beklaagde was overleden. De zevende beklaagde werd vrijgesproken. De elfde beklaagde kreeg een werkstraf van 60 uur.

Aan de burgerlijke partij Intergem moet de eerste beklaagde een bedrag van 22.440,35 euro en een rechtsplegingvergoeding van 3.000 euro betalen. Aan de burgerlijke partij Sibelgas moet de zeventiende beklaagde een bedrag van 175.719,31 euro en een rechtsplegingsvergoeding van 7.500 euro betalen. De negende, tiende en achttiende beklaagde moeten aan deze burgerlijke partij 42.049,63 euro en rechtsplegingvergoedingen van 3.750 en 1.500 euro betalen. Diverse beklaagden moeten ook sommen betalen aan burgerlijke partij NV Crest. Aan de derde beklaagde (die zich eveneens burgerlijke partij had  gesteld) moet de eerste beklaagde een bedrag van 10.000 euro en een rechtsplegingvergoeding van 1.620 euro betalen.