Diverse beklaagden veroordeeld voor verkoop en bezit van drugs
De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen - afdeling Oudenaarde heeft verschillende beklaagden veroordeeld wegens het bezit en het verkopen van drugs. Dit leidde onder andere tot de dood van een man na een overdosis cocaïne.
Feiten
Op 12 oktober 2022 werd in Zwalm het levenloze lichaam van een man aangetroffen in diens woning. De echtgenote verklaarde dat haar man verslaafd was aan cocaïne. Volgens haar had het slachtoffer een overdosis genomen. Ze wist niet waar haar man de drugs had gekocht. Uit het toxicologisch onderzoek bleek later dat het overlijden van het slachtoffer inderdaad ondubbelzinnig was gelinkt aan een uitgesproken cocaïne-intoxicatie.
Op 14 oktober 2022 ontving de politie een telefonische tip over de leverancier van de cocaïne. Daarin werd onder andere verwezen naar de (ex-)zaakvoerder van een café in Zottegem (eerste beklaagde) en de derde beklaagde.
Op 9 oktober 2023 vonden er huiszoekingen plaats bij de eerste en de derde beklaagde. De politie trof onder andere precisieweegschalen en verpakkingen voor drugs aan. Bij de derde beklaagde werden ook resten cocaïne en XTC gevonden (volgens de derde beklaagde voor eigen gebruik). Bij hun ondervraging verwezen beide beklaagden naar elkaar als een verkoper van cocaïne. De eerste beklaagde wees ook naar de tweede beklaagde, die werkzaam was in zijn café, en de vierde beklaagde. De derde beklaagde weigerde zijn toestemming te verlenen tot het uitlezen van zijn gsm.
Bij hun ondervraging verwezen de tweede en de vierde beklaagde op hun beurt naar de eerste beklaagde als verkoper van drugs. De tweede beklaagde kocht zelf ook drugs aan bij de eerste beklaagde, en gebruikte die dan samen met hem. Deze drie beklaagden gaven wel toe dat ze op 9 oktober 2022 met het slachtoffer naar Denderleeuw waren gereden om (de later fataal blijkende dosis) cocaïne te kopen.
Uit een bankonderzoek bleek dat verschillende mensen geld overschreven naar de eerste en de tweede beklaagde om voor hen cocaïne te kopen. Volgens politionele informatie verhandelden de eerste, tweede en vierde beklaagde cocaïne in de regio Zottegem.
Tenlasteleggingen
De vier beklaagden moesten zich voor de rechtbank verantwoorden voor volgende tenlasteleggingen:
Alle beklaagden
Bezit van drugs.
Eerste – tweede – vierde beklaagde
Verkopen, te koop aanbieden, afleveren of leveren van middelen zonder vergunning met verzwarende omstandigheden. Met name cocaïne, en met de verzwarende omstandigheid dat dit leidde tot de dood van een man.
Eerste en tweede beklaagde
Verkopen, te koop aanbieden, afleveren of leveren van middelen zonder vergunning met verzwarende omstandigheden. Met name cocaïne, en met de verzwarende omstandigheid dat het misdrijf plaatsvond in het kader van de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging.
Vergemakkelijken van of aanzetten tot het gebruik van verdovende middelen of psychotrope stoffen. Met name het beschikbaar stellen van hun woning/café voor het gebruik van cocaïne.
Tweede beklaagde
Verkopen, te koop aanbieden, afleveren of leveren van middelen zonder vergunning (met name cannabis).
Derde beklaagde
Weigering tot medewerking in het kader van de toegang tot gegevens van een informaticasysteem, met name door na een rechterlijk bevel daartoe niet de correcte toegangscode van zijn gsm mee te delen.
Strafmaat
De rechtbank sprak volgende straffen uit:
Eerste beklaagde
Een gevangenisstraf van 4 jaar met probatie-uitstel (voor het gedeelte dat de periode van voorlopige hechtenis overstijgt) voor een periode van 5 jaar, en een geldboete van 8.000 euro waarvan 4.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar.
Tweede beklaagde
Een gevangenisstraf van 3 jaar met probatie-uitstel (voor het gedeelte dat de periode van voorlopige hechtenis overstijgt) voor een periode van 5 jaar, en een geldboete van 8.000 euro waarvan 4.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar.
Vierde beklaagde
Een gevangenisstraf van 2 jaar met probatie-uitstel (voor het gedeelte dat de periode van voorlopige hechtenis overstijgt) voor een periode van 5 jaar, en een geldboete van 8.000 euro waarvan 4.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar.
Aan het uitstel zijn verschillende voorwaarden gekoppeld. Zo moeten deze drie beklaagden zich onder andere voor hun drugsproblematiek ambulant of residentieel laten begeleiden in een gespecialiseerd centrum of door een gespecialiseerd geneesheer of psychiater. De eerste beklaagde mag ook geen horecazaak meer uitbaten.
Derde beklaagde
Deze beklaagde was niet betrokken bij de verkoop of het afleveren van drugs. Hij werd wegens het bezit van cocaïne en XTC veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur, en een geldboete van 8.000 euro met uitstel voor een periode van 3 jaar. Voor het niet naleven van het bevel tot ontgrendelen van zijn telefoontoestel, werd hij veroordeeld tot een geldboete van 800 euro.
Er werd in hoofde van de eerste beklaagde ook een totaalbedrag van 13.000 euro en in hoofde van de tweede beklaagde een bedrag van 25.000 euro verbeurdverklaard verbeurd verklaard (dit zijn de wederrechtelijke winsten die minstens werden verdiend met de verkoop van de drugs).
Motivering rechtbank
De rechtbank hield bij haar oordeel rekening met volgende elementen:
- De rechtbank twijfelde niet aan het feit dat de fatale dosis cocaïne afkomstig was van een aankoop die plaatsvond op 9 oktober 2022 bij een man in Denderleeuw. De eerste, tweede en vierde beklaagde waren samen met het slachtoffer bij deze aankoop aanwezig. Het staat vast dat de drie beklaagden het opzet hadden om samen met en voor het slachtoffer cocaïne aan te kopen. Ze hebben elk een eigen bijdrage geleverd die noodzakelijk was opdat het slachtoffer de cocaïne kon bekomen. Om die reden werden zij vervolgd als mededader aan het afleveren van cocaïne.
- Er was onmiskenbaar sprake van een zekere vorm van samenwerking tussen de eerste en tweede beklaagde bij het verspreiden van cocaïne (voornamelijk in het café van de eerste beklaagde). Zodoende was er sprake van een, weliswaar vrij rudimentaire, vereniging.
- De beklaagden hebben door hun daden hun eigen gezondheid, maar ook en vooral de gezondheid van anderen, rechtstreeks en onrechtstreeks mee in het gedrang gebracht. Zij stonden mee in voor de verspreiding van de gifstoffen die drugs in onze maatschappij vormen. Bij de eerste en de tweede beklaagde gebeurde dit ook met het oog op eigen geldelijk gewin of voor het financieren van hun eigen druggebruik.
- Het al dan niet (on)gunstige strafrechtelijke verleden van de beklaagden. Zo werd de vierde beklaagde in het verleden reeds drie keer correctioneel veroordeeld wegens inbreuken op de drugwetgeving.