Voormalige kandidaat-overnemer KSV Roeselare veroordeeld wegens valsheid in geschrifte en oplichting
De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk heeft een man veroordeeld wegens valsheid in geschrifte en oplichting. De man deed zich in de zomer van 2020 voor als sportief directeur van KSV Roeselare. Hij legde spelers lucratieve contracten voor zonder dat hij daarvoor bevoegd was om die te ondertekenen, en zonder dat KSV Roeselare de financiële middelen had om hen aan te werven.
Feiten
Op 7 september 2020 deed voetballer RK aangifte wegens valsheid in geschriften en oplichting. Hij had in juli 2020 getraind en vriendschappelijke matchen gespeeld bij voetbalclub KSV Roeselare, de club waarvan de beklaagde op dat moment zogezegd sportief directeur was. RK tekende op 27 juli 2020 een contract voor drie seizoenen bij KSV Roeselare. Het contract werd getekend door de beklaagde, en dit namens de voorzitter. De club bleek echter niet op de hoogte van dit contract.
Diezelfde dag legde ook de (voormalige) CEO van KSV Roeselare een klacht neer. Op 5 augustus 2020 was er een principeovereenkomst tot samenwerking ondertekend tussen de club en de beklaagde. Die zou sportief directeur worden, nieuwe investeerders aanbrengen en een kern en een technische staf samenstellen. De beloofde gelden bleven echter uit en de club kreeg een transferverbod opgelegd. Toch werden er nog contracten met spelers en technische staf afgesloten. Genoemde potentiële investeerders bleken nadien van niks te weten. Op het adres van sommige vermelde firma’s vond geen enkele activiteit plaats.
Op 8 september 2020 legde JM klacht neer wegens oplichting en valsheid in geschriften. De beklaagde had hem een lening van 40.000 euro gevraagd om de licentie voor KSV Roeselare te behalen. Toen JM dat geld betaalde, bleek de beklaagde enkele dagen later verdwenen.
Op 10 september 2020 volgde een klacht van twee bestuursleden van CV KSV Roeselare. Zij wezen ook naar de principeovereenkomst van 5 augustus 2020, die echter nooit werd omgezet in een overeenkomst van definitieve samenwerking. De beklaagde bleek ook al diverse engagementen te zijn aangegaan met onder andere nieuwe spelers. Daarbij had de beklaagde – die zichzelf de titel van sportief directeur had toegeëigend - contracten en arbeidsovereenkomsten opgemaakt, zonder dat hij daar als ondertekenaar bevoegd voor was. Andere documenten liet hij door iemand anders ondertekenen in de naam van de voorzitter van KSV Roeselare. Hij verspreidde ook diverse documenten die vervalst waren. Er kwamen ook veel testspelers die zelf moesten betalen om te mogen testen. De beklaagde boekte tevens hotelkamers voor spelers, maar kon geen correcte kredietkaartgegevens doorgeven. Hij gaf de facturatiegegevens door van KSV Roeselare, maar de facturen werden nooit betaald.
Op 30 augustus 2020 bleek dat de beklaagde alle contracten had meegenomen. Enkele weken later ging KSV Roeselare failliet en verdween de club uit het Belgische voetbal.
Tenlasteleggingen
De beklaagde moest zich voor de rechtbank verantwoorden voor valsheid in geschrifte (handels- of bankgeschriften of in private geschriften) en oplichting. Alle feiten vonden plaats tussen juli en september 2020.
Ontvankelijkheid strafvordering
De beklaagde heeft zichzelf niet verdedigd, maar alleen aangevoerd dat de strafvordering onontvankelijk is. Hij stelde in essentie dat zijn rechten van verdediging geschonden waren omdat hij niet concreet wist voor welke concrete tenlasteleggingen hij zich moest verdedigen. Hij stelde ook dat de burgerlijke vorderingen onontvankelijk waren bij gebrek aan bewezen belang, of minstens ongegrond bij gebrek aan bewezen schade.
Volgens de rechtbank beschikte de beklaagde over voldoende informatie om zich te kunnen verdedigen (met name de verwijzingsbeschikking, de gegevens van het strafdossier en de schriftelijke en mondelinge toelichting van het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen). Voor de rechtbank was de stafvordering dus ontvankelijk.
Beoordeling schuldvraag rechtbank
De rechtbank beoordeelde de feiten en achtte het grote merendeel van de tenlasteleggingen bewezen.
Strafmaat
De rechtbank veroordeelde de beklaagde tot een gevangenisstraf van vier jaar en een geldboete van 40.000 euro. Hij krijgt ook tien jaar het verbod om bestuursfuncties in rechtspersonen op te nemen, of om op te treden als effectenmakelaar.
Aan de burgerlijke partijen moet de beklaagde een totale schadevergoeding van 85.543,10 euro en een rechtsplegingvergoeding van 2.197,68 euro betalen.
Motivering rechtbank
Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank onder andere rekening met volgende elementen:
- De bijzondere ernst van de bewezen feiten, waarbij de beklaagde zich op korte tijd meermaals schuldig maakte aan valsheid in geschrifte en oplichting. Er was een escalatie aan feiten, waarbij de beklaagde met sprekend gemak nieuwe feiten pleegde om de gevolgen van eerdere feiten te verbergen.
- De grote gevolgen van zijn daden, waarbij aan KSV Roeselare een ernstige kans werd ontnomen om zich nog te redden.
- De beklaagde spiegelde aan verschillende spelers en stafleden lucratieve contracten voor zonder dat hij daarvoor bevoegd was of zonder dat KSV Roeselare de financiële middelen had om hen aan te werven. Verschillende mensen maakten daardoor veel kosten of kwamen vanuit het buitenland naar België in de veronderstelling dat ze hier een professionele voetbalcarrière konden uitbouwen.
- De leeftijd, de persoonlijke situatie en de persoonlijkheid van de beklaagde, zoals die onder meer blijkt uit zijn strafrechtelijk verleden.