Beklaagde krijgt maximumstraf voor het veroorzaken van dodelijk verkeersongeval

11/02/2025

De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, heeft een beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en een boete van 16.000 euro wegens het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval. De beklaagde reed aan hoge snelheid en onder invloed van alcohol een groep wielertoeristen aan. Twee mannen overleefden het ongeval niet, één man werd zwaar gewond. De beklaagde werd bijkomend veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf en een boete van 8.000 euro wegens het rijden zonder geldig rijbewijs.

Feiten

Op zondag 25 februari 2024 rond 10u50 ’s reed de beklaagde in de Pantserschipstraat te Gent een groepje wielrenners aan. Twee mannen overleefden de aanrijding niet, een derde persoon raakte zwaar gewond.

Uit getuigenverklaringen, camerabeelden ter plaatse, de uitlezing van de gsm van de beklaagde en het onderzoek van de verkeersdeskundige bleek dat de beklaagde 110,92 km/u reed op een plaats waar slechts 50 km/u was toegelaten. Daarbij was hij aan het videobellen, maakte hij stuurfouten en verloor hierdoor de controle over zijn voertuig. De beklaagde verkeerde bovendien in dronken toestand. Toxicologisch onderzoek wees op een alcoholconcentratie van 1,31 mg/l UAL of 3,013 promille mat (het equivalent van ongeveer 15 eenheden alcohol). Verder onderzoek door een deskundige wees uit dat de beklaagde met een zware alcoholverslaving kampte. Wegens deze alcoholverslaving was hij op het ogenblik van het ongeval reeds lichamelijk ongeschikt om te rijden.

De beklaagde beschikte ook niet over een geldig rijbewijs.  De politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Gent had in een vonnis van 9 mei 2014 een vervallenverklaring van het recht tot sturen uitgesproken. De beklaagde kon hierdoor pas na het volgen van opgelegde medische en psychologische onderzoeken – mits een goed gevolg – opnieuw het recht op sturen bekomen. De beklaagde was echter nooit geslaagd voor deze proeven.

Veroordeling politierechtbank Oost-Vlaanderen afdeling Gent

De beklaagde moest zich voor de politierechtbank verantwoorden voor:

  • onopzettelijke doding van twee personen
  • onopzettelijke slagen en verwondingen ten aanzien van één persoon
  • het besturen van een voertuig onder invloed van alcohol alsook dronken
  • overdreven snelheid
  • het gebruik van een draagbare telefoon terwijl het voertuig niet stilstond of was geparkeerd
  • niet in staat zijn geweest om alle nodige rijbewegingen uit te voeren
  • rijden na een verval van het recht tot sturen zonder de opgelegde proeven met goed gevolg te hebben ondergaan
  • sturen spijts lichamelijke ongeschiktheid

Alle inbreuken werden bewezen verklaard. De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar en 6 maanden met probatie-uitstel voor een termijn van 5 jaar, en een geldboete van 16.000 euro waarvan 8.000 euro met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar.

Wegens het rijden na een verval zonder de opgelegde proeven met goed gevolg te hebben ondergaan, werd de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar.

De beklaagde mocht ook levenslang geen motorvoertuigen meer besturen.

Aan het probatie-uitstel werden verschillende voorwaarden verbonden. Zo moest de beklaagde zich psychosociaal laten begeleiden voor zijn alcoholproblematiek en zich onderwerpen aan PEth-analyses om alcoholmisbruik op te sporen.

Het openbaar ministerie ging op 8 november 2024 tegen dit vonnis in beroep.

Vonnis door de rechtbank van eerste aanleg

De rechtbank veroordeelde de beklaagde wegens het veroorzaken van het dodelijk verkeersongeval in graad van beroep tot de maximale effectieve gevangenisstraf van 5 jaar en de maximale effectieve geldboete van 16.000 euro.

Wegens het sturen na verval doch zonder de hem opgelegde medische en psychologische onderzoeken met goed gevolg te hebben ondergaan, en het sturen spijts zijn alcoholverslaving veroordeelt de rechtbank de beklaagde bijkomend tot een effectieve gevangenisstraf van 1 jaar en een effectieve geldboete van 8.000 euro.

De rechtbank verklaart de beklaagde tevens levenslang vervallen van het recht alle motorvoertuigen te besturen. De rechtbank verklaarde de beklaagde tenslotte lichamelijk en geestelijk rijongeschikt.

Motivering rechtbank

Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank onder andere rekening met volgende elementen:

  • Met de strafoplegging wil de rechtbank uiting geven aan: de maatschappelijke afkeuring over de schending van de strafwet, het herstel van het maatschappelijk evenwicht, het herstel van de door het misdrijf veroorzaakte schade, het bevorderen van de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader en de bescherming van de maatschappij.

 

  • De rechtbank wees tevens op de ontwrichtende maatschappelijke impact van de zwaarwichtige feiten. De rechtbank stelde vast dat de beklaagde zich schuldig maakte aan zo goed als alle “killers” in het verkeer. Hij stuurde immers onder invloed van alcohol, alsook in dronken toestand, terwijl hij leed aan een ernstige en hardnekkige alcoholverslaving. Hij hanteerde daarenboven een agressieve en roekeloze rijstijl door, terwijl hij aan het videobellen was met zijn gsm, aan een snelheid van 110,92 km/u (waar maximaal 50 km/u was toegelaten) over de weg te scheuren. De beklaagde mocht bovendien geen motorvoertuig besturen aangezien hij niet slaagde voor een bij vonnis van 9 mei 2014 opgelegd medisch en psychologisch onderzoek.

 

  • De rechtbank stond uitvoerig stil bij de problematische persoonlijkheid van de beklaagde, die geen corrigerende of ondersteunende sociale omkadering kent. Vijf eerdere veroordelingen wegens verkeersinbreuken (waaronder drie veroordelingen voor geïntoxiceerd sturen) en recente feiten van geïntoxiceerd sturen en het veroorzaken van een ongeval met stoffelijke schade (waarvoor hij bij vonnis van 21 mei 2024 door de politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde werd veroordeeld) konden de beklaagde niet tegenhouden om op 25 februari 2024 opnieuw achter het stuur te kruipen.

 

  • De houding van de beklaagde, zowel kort na de feiten als tijdens het onderzoek en de terechtzitting, getuigt van weinig besef van de ernst van de feiten. De beklaagde heeft naar het oordeel van de rechtbank op heden tevens onvoldoende inzicht in zijn alcoholproblematiek. De rechtbank oordeelt verder dat de beklaagde een antisociale houding heeft, weinig normbesef vertoont en een gevaar voor de maatschappij betekent.

 

  • De rechtbank zag geen soelaas in het opleggen van een gevangenisstraf en geldboetes die deels gekoppeld worden aan de naleving van probatievoorwaarden, aangezien zij de slaagkansen daarvan op heden als zeer gering inschat. De beklaagde zal later een traject doorlopen via de strafuitvoeringsrechtbank en intussen in detentie hopelijk tot een probleeminzicht komen. Niet in het minst heeft de rechtbank daarbij ook aandacht voor de erkenning van het onherstelbare leed berokkend aan de nabestaanden van de dodelijke slachtoffers en aan het verwonde slachtoffer, en aan de ontwrichting van de samenleving in haar geheel wanneer dergelijke ernstige feiten zich voordoen.

Hieronder kan u het volledige geanonimiseerde vonnis van de rechtbank raadplegen.