Inleiding
Het arbeidshof Antwerpen behandelt geschillen inzake sociaal recht en collectieve schuldenregeling.
Het zijn de magistraten van de zetel die recht spreken. De beslissing, die arrest wordt genoemd, wordt genomen door de beroepsmagistraat en door twee lekenrechters die raadsheren in sociale zaken worden genoemd. In het arbeidshof te Antwerpen bestaat de zetel in principe uit 11 beroepsmagistraten en 106 lekenrechters. In de kamer die de geschillen inzake collectieve schuldenregeling behandelt, zetelt de beroepsmagistraat alleen.
Bij de uitoefening van deze taak kunnen de magistraten van het arbeidshof rekenen op de medewerking van:
- de magistraten van het auditoraat-generaal. Zij vervullen een belangrijke opdracht bij het samenstellen van de dossiers en verlenen advies aan de magistraten van de zetel, daarin bijgestaan door een eigen secretariaat.
- de griffie, belast met de uitvoering van de wettelijk voorgeschreven procedures en formaliteiten en de noodzakelijke begeleidende en ondersteunende functies, zowel ten behoeve van de rechtzoekenden als ten behoeve van de magistraten van de zetel.
Recht spreken
1. Opdracht
De magistraten van de zetel oordelen over de hogere beroepen die worden ingesteld tegen de beslissingen (vonnissen genoemd) van de arbeidsrechtbank Antwerpen dat afdelingen heeft in Antwerpen, Hasselt, Mechelen, Tongeren en Turnhout. De beslissingen van het arbeidshof worden arresten genoemd.
De betwistingen waarover het arbeidshof uitspraak doet, bestaan uit:
- Arbeidsrechtelijke geschillen, met vooral betwistingen tussen werkgevers en werknemers bijvoorbeeld naar aanleiding van een ontslag;
- Socialezekerheidsgeschillen, met betwistingen over de bijdrageplicht van werkgevers en zelfstandigen en betwistingen over het recht op uitkeringen. Het gaat dan om geschillen over het recht op onder meer een werkloosheidsuitkering, op een pensioen, op een ziekte-uitkering of op gezinsbijslag
- Geschillen betreffende sociale bijstand, hoofdzakelijk betwistingen over het recht op leefloon of andere vormen van steun ten laste van een OCMW en geschillen over uitkeringen aan personen met een handicap of over de inkomensgarantie voor ouderen;
- Geschillen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten;
- Geschillen inzake collectieve schuldenregeling.
2. Organisatie
Binnen het arbeidshof worden de zaken verdeeld over verschillende kamers. In de regel bestaat een kamer uit één beroepsmagistraat en twee raadsheren in sociale zaken. De toebedeling van de zaken aan de verschillende kamers staat in het bijzonder reglement.
De verdeling van de magistraten over de verschillende kamers vindt men terug in de dienstregeling die wordt opgemaakt door de eerste voorzitter en vóór de aanvang van elk gerechtelijk jaar wordt vernieuwd. Om specialisatie te bevorderen wordt er zorg voor gedragen dat aan elke magistraat slechts een beperkt aantal materies wordt toevertrouwd.
De magistraten van één kamer vormen een collegiaal orgaan, wat betekent dat zij samen een beslissing nemen, op voet van gelijkheid. De redactie van de arresten wordt overgelaten aan de beroepsmagistraat, die de leiding heeft over het verloop van de zitting.
De beroepsmagistraten van het arbeidshof vergaderen geregeld om beroepservaringen uit te wisselen en om problemen van praktische aard op te lossen.
Eén maal per jaar vindt een algemene vergadering plaats van alle beroepsmagistraten, met het oog op het opstellen van een werkingsverslag. De tekst van deze verslagen kan u raadplegen in deze rubriek (Voorstelling).
Binnen het arbeidshof staat een directiecomité de eerste voorzitter bij in de algemene leiding, de organisatie en het beheer.
Het directiecomité van het arbeidshof Antwerpen is als volgt samengesteld:
- Dirk Torfs, eerste voorzitter en voorzitter van het directiecomité;
- Saskia Raskin, kamervoorzitter;
- Anja Vareman, kamervoorzitter;
- Cindy Tielens, hoofdgriffier;
In 2010 werd een Raad van de Raadsheren in Sociale Zaken opgericht in het arbeidshof, die met de eerste voorzitter regelmatig overlegt over aangelegenheden die de raadsheren in sociale zaken aanbelangen, zoals opleiding of deontologie.
3. Bijzondere kenmerken
Bij de oprichting van de arbeidsrechtbanken en arbeidshoven werd gestreefd naar een verhoogde toegankelijkheid voor de burger. Dit wordt onder meer bereikt door het afschaffen van bepaalde financiële drempels of door het vereenvoudigen van de procedure om beroep aan te tekenen of zich te laten vertegenwoordigen.
Bij wijze van voorbeeld kan verwezen worden naar:
- Het niet moeten betalen van rol- of registratierechten;
- Het niet moeten betalen van de rechtsplegingsvergoeding in de geschillen tussen rechtzoekenden en instellingen van sociale zekerheid (zoals de RVA, de Federale Pensioendienst, OCMW, …). Zelfs indien de instellingen in het gelijk worden gesteld (tenzij bij tergend of roekeloos hoger beroep), moet de rechtzoekende geen rechtsplegingsvergoeding betalen;
- Het instellen van hoger beroep bij verzoekschrift;
- De mogelijkheid om zich te laten vertegenwoordigen door bijvoorbeeld de echtgenoot of wettelijk samenwonende, een bloed- of aanverwant maar ook door een afgevaardigde van een representatieve organisatie van arbeiders, bedienden of zelfstandigen en door een organisatie die de belangen beschermt van personen die een geschil hebben met het OCMW. U moet dan wel een schriftelijke volmacht hiervoor geven;
- De tussenkomst van het auditoraat-generaal in zaken van sociale zekerheid en sociale bijstand dat stukken kan opvragen om het dossier te vervolledigen en tevens advies geeft in deze zaken.