Het hof van beroep te Antwerpen veroordeelt de terroristische organisatie die in maart 2023 een terroristische aanslag voorbereidde op Bart De Wever en een politiecommissariaat tot strenge effectieve celstraffen. De leider van de groep krijgt een celstraf van 6 jaar en een geldboete van 16.000 EUR opgelegd. De vier deelnemers van de groep krijgen celstraffen tussen 55 maanden en 3 jaar opgelegd en geldboeten tussen 14.000 EUR en 8.000 EUR.
Het hof veroordeelt de leden van de organisatie wegens voorbereiding van een terroristische aanslag. Zij worden vrijgesproken voor poging tot terroristische moord.
Anders dan de rechtbank van eerste aanleg is het hof van oordeel dat er enkel voorbereidende handelingen voor een aanslag werden getroffen waaruit niet kan worden afgeleid dat de terroristische aanslag ook effectief zou worden uitgevoerd. Er werd bijvoorbeeld geen verkenning van de woning van Bart De Wever uitgevoerd, er werd niet betaald voor de aankoop van een wapen en er werd geen wapen geleverd. De datum waarop de aanslag zou worden gepleegd werd ook zonder verdere precisering uitgesteld en de plannen bleven vaag. Er was eerst sprake van een aanslag op een politiecommissariaat en vervolgens van een aanslag op Bart De Wever. In eerste instantie werd melding gemaakt van de aankoop van één wapen, vervolgens van twee wapens, waarna uiteindelijk werd afgesproken om over te gaan tot de aankoop van één wapen. Beklaagde E.A. beschikte ook niet over de financiële middelen voor de aankoop van een wapen. Er werd door beklaagde E.A. geen wapen in ontvangst genomen. Dit alles maakt dat het hof van oordeel was dat er geen sprake was van een poging terroristische moord (aangezien er nog geen begin van uitvoering was), maar dat werd ingegrepen op een moment waarop de feiten nog in een voorbereidende fase waren. Dit vertaalt zich in de uiteindelijk opgelegde straffen.
Het hof noemt de voornemens van de terroristische groep om een aanslag te plegen en de door hen gestelde voorbereidende handelingen vanuit hun extreme jihadistische salafistische geloofsovertuiging misdadig.
De groep vormt, zo stelt het hof, een reële en ernstige bedreiging voor de maatschappelijke orde en openbare veiligheid, evenals voor de veiligheid van de individuele burger.
Het hof legt daarom strenge effectieve celstraffen op tussen 6 jaar en 3 jaar en geldboeten tussen 16.000 EUR en 8.000 EUR. Zij worden ook ontzet uit hun burgerlijke rechten.
De door het hof opgelegde gevangenisstraffen zijn minder hoog dan deze die voorzien werden door de rechtbank van eerste aanleg omdat het hof rekening gehouden heeft met de vrijspraak van beklaagden wegens het misdrijf van poging terroristische moord.