De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen (afdeling Kortrijk) heeft acht beklaagden veroordeeld tot gevangenisstraffen met uitstel en werkstraffen wegens diverse drugsdelicten. De feiten speelden zich af in Kortrijk en omgeving, en dit in de periode van maart 2020 tot en met maart 2023.
Feiten en beschuldigingen
Acht relatief jonge beklaagden (6 mannen en 2 vrouwen) moesten zich voor de rechtbank verantwoorden voor een reeks drugsdelicten. Bijna allemaal maakten ze zich meerdere malen schuldig aan het bezitten en verkopen van cannabis, cannabishars, cocaïne en mephedrone.
Eén beklaagde (ND) werd daarnaast ook beschuldigd van bendevorming, omdat hij een bepalende rol speelde bij de aankoop en verkoop van drugs en de andere beschuldigden mee aanzette tot het plegen van drugsdelicten.
Een andere beklaagde werd bijkomend beschuldigd van het proberen witwassen van drugsgeld, met name door het geld te gebruiken voor de aankoop van een televisietoestel, een laptop en een tas.
Een van de beklaagden bleek bovendien al in 2020 te zijn veroordeeld voor gelijkaardige feiten.
Twee beklaagden verschenen niet voor de rechtbank en gaven verstek.
Strafmaat
De rechtbank heeft beklaagde ND veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 40 maanden, met uitstel voor een periode van 4 jaar (met uitzondering van de periode van voorlopige hechtenis). Deze beklaagde moet aan diverse probatievoorwaarden voldoen.
Twee beklaagden werden bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 5 jaar met uitstel.
De vijf andere beklaagden werden veroordeeld tot werkstraffen (een beklaagde kreeg een werkstraf van 150 uur, twee beklaagden een werkstraf van 120 uur en twee beklaagden een werkstraf van 100 uur).
Bijzondere verbeurdverklaring
Naast de strafmaat werden voor een totaalbedrag van 59.856,60 euro aan drugsgeld verbeurd verklaard. Ook de aangeschafte elektronicaspullen werden verbeurd verklaard.